Bijbel: Lukas 15
Een verhaal uit het dagelijkse leven kan een boodschap soms heel duidelijk maken en ook heel dichtbij brengen. Zo’n verhaal roept herkenning op, zodat we goed weten waar het over gaat. Het kan confronterend zijn om vanuit zo’n verhaal te ontdekken wat de verteller bedoelt.
In de Bijbel lezen we dat Jezus dat ook doet. Hij gebruikt situaties uit het dagelijkse leven om moeilijke dingen duidelijk te maken. Of juist ook om de strekking te verbergen voor mensen die er mee zouden spotten. Deze verhalen noem je gelijkenissen. Op een dag komen er veel mensen naar Jezus toe. Het zijn mensen die niet leven zoals God het wil. In de Bijbel worden zij hoeren, tollenaren en zondaren genoemd. Juist zij komen om Jezus onderwijs te krijgen. De religieuze leiders vinden dat maar niets. Die mensen horen bij de zelfkant van de maatschappij, daar ga je toch niet mee om? Maar Jezus stuurt deze mensen niet weg. Hij ontvangt hen en spreekt met hen.
De religieuze nette mensen worden hier boos over. Ze snappen niet dat Jezus dit soort mensen ontvangt. Ze zeggen dit niet hardop, maar in hun hart denken ze dit wel en onderling roddelen ze er over.
Jezus weet dit wel. Hij weet alles. Hij kent onze gedachten, voor Hem is niets verborgen. En als Jezus hun gedachten peilt, gaat Hij hen een boodschap vertellen. Hij gaat hen vertellen Wie Zijn Vader, Wie God nu werkelijk is. Hij gaat hun het juiste beeld van God voorstellen. Ook dat doet Hij aan de hand van een gelijkenis. Bent u ook benieuwd Wie God nu werkelijk is?
Een vader had twee zonen. Deze zonen hadden het heel goed bij hun vader. Ze kregen geborgenheid en liefde, onderdak en voedsel. Toen ze oud genoeg waren mochten ze bij hem op de boerderij werken. Naast hen had hun vader ook personeel in dienst en soms was er zoveel werk dat hun vader ook nog andere mensen inhuurde. Later zou er een rijke erfenis klaarliggen, die zou voor de broers zijn.
Op een dag gaat de jongste zoon naar zijn vader toe. Hij zegt: “Vader ik wil nu alvast het deel van de erfenis ontvangen”
Dit is een heftige vraag, want hiermee zegt deze zoon: eigenlijk wenste ik dat u al dood was, dan was de helft van uw bezit van mij. U bent voor mij niet belangrijk, ik wil mijn eigen leven leiden. De vader geeft wat zijn zoon vraagt. De vader wil de liefde van zijn zoon niet afdwingen door het vooruitzicht op een rijk bezit. Nee, hij verlangt naar vrijwillige liefde. Niet lang daarna gaat deze jongste zoon weg, ver bij zijn vader vandaan. En ver van huismaakt hij vrienden en feest hij erop los met het geld wat hij gekregen heeft. Het lijkt prachtig en geweldig, totdat zijn geld opraakt. Dan blijkt dat zijn vrienden toch geen echte vrienden zijn. Zij laten hem nu in de steek. Er heerste werkeloosheid en nergens kon hij een baan vinden. Uiteindelijk kon hij bij een boer op de varkens passen. En terwijl de varkens hun buiken met draf vulde, zat hij daar met een hongerige maag. Zelfs van het zwijnenvoer mocht hij niet eten. Zijn leven werd een puinhoop. Wie zou hij de schuld daarvan geven? God? Was dat eerlijk? Het zou een begrijpelijke reactie zijn geweest… God, waarom zit ik hier in deze puinhoop? Waarom moet ik deze ellende meemaken? Waarom…? Misschien zijn het herkenbare vragen in uw eigen leven.
Maar…, deze jongste zoon gaat nadenken. Terwijl hij daar zit in zijn ellende denkt hij terug aan zijn vader. Daar had hij het goed. Ja, zelfs de ingehuurde werknemers hadden het beter dan hij nu hier. Deze jongste zoon voelt het, diep vanbinnen: ik verdien het niet om terug te keren naar mijn vader. Ik verdien het niet om nog een zoon van hem te zijn. Maar tegelijk kan deze jongste zoon niet anders dan teruggaan. Het is óf hier sterven… óf terugkeren….
Daar gaat hij. Hij heeft niets om mee te brengen. Hij heeft niets om aan zijn vader te kunnen geven. Het enige wat hij bezit is zonde en schuld. Het enige wat hij heeft verdiend is straf. Ondertussen heeft hij er ook over nagedacht wat hij tegen z’n vader zal zeggen…
Maar dan gebeurt er iets opmerkelijks. Terwijl de jongste zoon onderweg is naar huis, klinken daar plotseling rennende voetstappen. Hij kijkt op en… dan ziet de jongste zoon zijn vader aankomen. Direct begint hij te spreken…, “Vader, ik heb gezondigd tegen God en tegen u… ik…” Veel verder komt de jongen niet. Zijn vader valt hem om de hals en kust hem. Zijn vader roept zijn werknemers bij elkaar en zegt: “haal een nieuw kleed, doe nieuwe schoenen aan zijn voeten en geef hem een ring om zijn vinger. Slacht een vetgemest kalf. Laten we feest vieren, want deze mijn zoon was verloren, maar is gevonden. Hij was dood, maar is weder (opnieuw) levend geworden!”
Deze gelijkenis heeft ook een boodschap voor ons. Zoals deze jongen zijn vader verliet, zo hebben wij mensen God verlaten. Wij leefden in het paradijs, in volkomen harmonie. God is onze Schepper en Hij was ook onze Vader. En we hebben Hem verlaten. Terwijl het daar zo goed was! Maar toch, wij zijn God niet gehoorzaam geweest en nu leven we ver bij Hem vandaan. We denken soms dat we een goed en gelukkig leven hebben, net als de jongste zoon. Maar vroeg of laat worden de gevolgen van onze ongehoorzaamheid voelbaar en zichtbaar in ieders leven.
Ziektes, rouw, ellende, eenzaamheid, gebrokenheid… wie heeft er niet mee te maken? Misschien herkent u zich in de jongste zoon… zittend op de puinhoop van het leven? Misschien bent u door uw partner in de steek gelaten. Is er ruzie in de familie, een kind verloren, onenigheid met de buren… We kunnen vastlopen met zoveel vragen en raadsels in het leven… In al deze dingen kunnen we merken dat we verloren zijn, dat in feite de dood in ons leven heerst… Wat moeten we hiermee? Wat vertelt het ons? Wat roept het ons toe?
Daar is maar één antwoord op. Het antwoord van Jezus Zelf: Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want Ik ben God, en niemand meer. (Jesaja 45 : 22)
Kom ook, net als deze jongste zoon, tot uzelf, sta op en ga terug naar de Heere onze Schepper. Belijdt uw zonden eerlijk aan Hem. Vraag om van Hem een nieuw leven te ontvangen. Bij God is herstel, levensherstel. Daarom is Zijn Zoon Jezus gekomen. Hij ontvangt zondaren en eet met hen. Zijn leven is gebroken aan het kruis om wat wij gebroken hebben weer te herstellen. We mogen als rechtelozen tot Hem terugkeren. Dat blijkt zo duidelijk uit deze gelijkenis. De jongste zoon werd niet weggestuurd, maar met vreugde en blijdschap ontvangen.
Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. (Jesaja 1 : 18)
Psalm 116 : 5
De Heere is genadig en rechtvaardig, en onze God is ontfermende.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer