Vlaggen hangen uit, straten kleuren oranje en kleedjesmarkten worden in alle vroegte uitgestald. Het is koningsdag! Het nationale verjaardagsfeest van onze koning.
We spelen oud-Hollandse spelletjes, kopen en verkopen op de markten en voelen ons op deze dag als volk extra aan elkaar verbonden. Als het even kan proberen we een glimp op te vangen van het koningspaar, rondwandelend in een van onze steden of dorpen. De koning en koningin voor een dag als een van ons. Zelfs mensen die de rest van het jaar weinig met het koningshuis ophebben, genieten van de festiviteiten en de saamhorigheid. Leve de Koning!
In de Bijbel, het Woord van God, wordt ook over koningen gesproken. Er waren koningen die goed voor hun onderdanen zorgden, maar ook koningen die vooral bezig waren met hun eigen eer en rijkdom.
Vooral wordt in de Bijbel over de hoogste Koninggesproken: Jezus Christus, de Zoon van God. Van pracht en praal was er bij Hem geen sprake. In het Bijbelboek Jesaja staat: ‘Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben’ (hoofdstuk 53). Zijn wieg was een kribbe (voerbak) en Zijn troon was een kruis. Hij werd geboren in een beestenstal in Bethlehem. De mensen wilden Hem niet als Koning. Ze riepen het uit: weg met Hem! Dood deze Koning! En dat gebeurde: Jezus stierf. Aan het eind van Zijn leven op aarde hing Hij, naakt en bebloed, met een kroon van doornen op Zijn hoofd, vastgespijkerd aan een houten kruis.
Maar dat is niet het einde! Koning Jezus is namelijk niet als martelaar gestorven. Zijn sterven had een doel: Hij stierf om de straf op de zonden te dragen en de dood te overwinnen. De dood die in de wereld is gekomen door de ongehoorzaamheid van de mens in het Paradijs. Adam en Eva luisterden niet naar God en aten van de verboden vrucht. Ze wilden zelf de baas zijn, zelf koning zijn. En toen kwam niet alleen de dood, maar ál het kwaad in de wereld. Het kwaad dat we om ons heen zien, maar ook dat wat we tegenkomen in ons eigen denken, spreken en doen. Jezus is gekomen om mensen van dat kwaad te verlossen. Nadat Hij gestorven was, is Hij als de Koning van het Leven ook weer opgestaan. Dat kon, Hij was immers een sterfelijk mens, maar tegelijk ook God. Zijn Godheid kon niet sterven. Door Zijn opstanding heeft Jezus de dood weggenomen voor allen die in Hem geloven. Hun sterven is geen sterven meer, maar een doorgang naar het eeuwige leven. Hun ziel leeft eeuwig met God.
Er komt opnieuw een Koningsdag. Niet om de verjaardag van onze koning te vieren, maar een dag waarop Koning Jezus terugkomt naar deze aarde. Dan zal Hij allen die gestorven zijn hun lichamen weer teruggeven. Daarna zal Hij alle mensen oordelen naar dat wat ze gedacht, gesproken en gedaan hebben, goed of kwaad. Wie zal dan onschuldig zijn? Jezus heeft gezegd: ‘Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.’ (Markus 16:16)
Misschien vraagt u zich af hoe u aan dat geloof komt. Bid tot God of Hij als Koning in uw leven wil komen en keer u af van het kwaad. Hij kan ook úw zonden vergeven. U kunt hier veel meer over lezen in de Bijbel. Bestel een gratis Bijbel op deze site.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer