Bijbel: Johannes 3
Stel dat u tegen uw familie of vrienden vertelt dat u meer over de Bijbel wilt weten. Hoe zouden zij reageren? De één zal misschien nieuwsgierig vragen naar het waarom? Een ander zal een grijns op z’n gezicht niet kunnen onderdrukken… De Bijbel? Man, dat Boek is achterhaald. Toch laat de Bijbel u niet los. Iets in de Bijbel intrigeert u. Wat, dat weet u niet precies, maar u wilt er wel achter komen.
In de Bijbel lezen we ook over zo iemand. Hij heet Nicodemus. Religie is voor hem niet onbekend. Sterker nog: hij is een farizeeër, een lid van een van de orthodoxe religieuze stromingen in zijn tijd. Hij doet dan ook zijn best om zo goed en netjes mogelijk te leven. Niemand mag iets op hem hebben aan te merken. En toch… er is iets merkwaardigs aan de hand. Iets wat verwarring en vragen heeft gegeven in het leven van Nicodemus.
Al een aantal weken gaat het over niemand anders dan Jezus, een Man uit Nazareth. Plotseling is Hij opgedoken in het land Israël. Hij ziet er niet anders uit dan anderen mensen, maar Hij doet anders en Hij spreekt ook anders. De leiders van de kerk vinden hem gevaarlijk, maar de mensen lopen achter Hem aan. Vooral omdat Hij veel wonderen doet. Hij geneest zieken, Hij geeft blinden licht en zicht, Hij laat kreupelen en verlamden weer prima lopen. Hij leeft en spreekt als een Leider, als Iemand die macht heeft.
Nicodemus wil weten Wie Jezus nu eigenlijk is. Waaraan ontleend Hij zijn positie toch? Maar er is een probleem: wat zullen zijn vrienden, de andere farizeeërs, daarvan vinden? Juist zij moeten niets van Jezus hebben! Op een nacht, als niemand het ziet, gaat Nicodemus bij Jezus op bezoek. Daar wordt Hij door Jezus ontvangen. Je mag altijd naar Hem toe gaan.
Ze raken in gesprek, Nicodemus zegt: “Wij weten dat U een Leraar van God bent, want niemand kan zulke wonderen doen, die U doet. Dat kan alleen maar als God met hem is.” Nicodemus denkt het te weten. De reactie van Jezus is opmerkelijk. Hij zegt: “Voorwaar, voorwaar (= wis en zeker) zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk van God niet zien.”
Nicodemus begrijpt er niets van. Ergens dacht hij wel te weten Wie Jezus was, maar het gesprek met Jezus is nog maar net begonnen en hij snapt er nu al niets meer van. Misschien herkent u dat wel. Ooit eens over God gehoord, iets uit de Bijbel gelezen maar eigenlijk begreep u er helemaal niets van.
Nicodemus laat het er niet bij zitten. Dat moet u ook niet doen! Jezus wil duidelijk maken waar het in het leven omgaat. Hij wil Nicodemus onderwijs geven over het allerbelangrijkste in het leven. Dat wil Hij ons ook leren. Nicodemus vraagt om uitleg over het ‘wederom geboren worden’ waar Jezus over sprak:
Je kan toch niet opnieuw in de buik van je moeder gaan? Uit deze vraagt blijkt dat Nicodemus denkt aan de geboorte van een kind. Maar Jezus bedoelt een geestelijke, een bovenaardse geboorte. Dat is een verandering van heel je mens-zijn. Verandering van je wil, van je innerlijk, van je hartstochten. Net zoals bij Ruth en Manasse. Ook hun levens waren opnieuw geboren. Eerst had God voor hen geen waarde, ze wilden niets van Hem weten. Ze kenden Hem niet. Ze waren leeg van God en vol van de zonde, van kwaad en van onrecht.
Nu gaat Jezus aan Nicodemus uitleggen dát het mogelijk is om veranderd, vernieuwd te worden en ook hoe dat dan kan. God werkt dat door de Heilige Geest. De Heilige Geest kunnen wij niet zien, net zoals we de wind niet kunnen zien. We horen zijn geluid, we weten niet waar de wind vandaan komt en ook niet waar hij heengaat. Zo is het ook met het werk van de Heilige Geest. Hij komt in de levens van mensen en vernieuwt hen, zodat ze niet langer zonder God leven en zonder God verloren gaan. Maar dat ze gered zullen worden en een nieuw leven ontvangen. Een leven uit God, door God en met God!
Om deze levensverandering in het leven te schenken, heeft God Zijn eigen Zoon naar deze wereld gezonden. Jezus is opgehangen aan het kruis, naakt en bebloed. Daar kon iedereen het zien: de zonden van de door Zijn Geest geredde zondaren zijn in Jezus’ dood gestraft. Zodat zij in Jezus vrij zijn van hun zonden – voor eeuwig. Iedereen die door het geloof op Jezus ziet zal gered worden. Maar: de andere kant is ook waar. Iedereen die niet op Jezus ziet, zal voor eeuwig verloren gaan. Jezus is nog te vinden. Door Hem te zoeken in de Bijbel, terwijl we bidden dat Hij Zich door Zijn Geest in de Bijbel laat zien. Al is het midden in de nacht, zoals ook Nicodemus Hem opzocht in de nacht.
Nicodemus kreeg antwoord op zijn levensvragen. Zo wil God ook ons antwoorden geven op onze levensvragen. Nicodemus begreep het niet direct, maar later blijkt uit zijn leven dat hij het toch begrepen heeft. Er komt een moment, dan schaamt hij zich niet meer voor zijn vrienden, dan is hij niet meer bang voor de reactie van anderen, dan getuigt hij in zijn leven dat hij wederom geboren is en hoort bij het Koninkrijk van God, door Jezus Christus. Dat alleen is leven met een toekomstperspectief! Maar, zonder Jezus is er geen leven. Zonder Jezus gaan we voor eeuwig verloren. Dat betekent dat we na ons sterven voor altijd zonder God zullen zijn. Dat is de hel, een leven in de grootste kwellingen wat nooit stopt. Maar: vandaag geeft God Zijn Woord nog, het middel om Hem wederom geboren te worden. Hij heeft oog voor mensen die nog zonder Hem leven. Hij is bereidt hen het nieuwe leven te geven, zodat zij eeuwig met God zijn. Dat is de hemel, leven in het grootste geluk wat nooit stopt.
Johannes 14 : 6
Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer